Treuzelend kabinet kost spaarder 20 procent rendement
De afwachtende houding van het kabinet bij het hervormen van de vermogensrendementsheffing kost de spaarder tot bijna 20 procent van het rendement over zijn spaargeld. Dit blijkt uit berekeningen van vergelijkingssite Spaarrente.nl. “Het fictieve rendement van 4 procent dat de Belastingdienst hanteert, is veel hoger dan de rente die je nog krijgt op je spaargeld. En hoe langer het kabinet wacht om hier iets aan te doen, hoe meer geld het de spaarder kost”, zegt Amanda Bulthuis van Spaarrente.nl.
Ondertussen betaalt de spaarder
Heb je een spaarsaldo van minimaal 30.000 euro, dan betaal je over het saldo boven de heffingsvrije grens meer dan het aan rendement oplevert. Je betaalt de Belastingdienst dus geld voor het hebben van spaargeld. Dit loopt op tot 110 procent van je rendement. Had het kabinet in 2014 het fictief rendement verlaagd naar 3 procent, zoals de Commissie Dijkhuizen voorstelde, dan streek de fiscus ‘slechts’ 75 tot 90 procent van je rendement op. Een verschil dat oploopt tot bijna 20 procentpunten.
“Omdat het kabinet niet voornemens is snel belastinghervormingen door te voeren en de spaarrentes ondertussen gewoon verder dalen, ziet de spaarder de komende tijd alleen nog maar meer van zijn spaargeld naar de fiscus gaan”, voegt Bulthuis toe.
De minister van Financiën zei op Prinsjesdag dat het Kabinet pas aan het einde van de zomer van 2015 met de eerste plannen komt voor belastinghervormingen. Dit terwijl de Commissie Dijkhuizen in 2013 al adviseerde het fictieve rendement te verlagen naar 3 procent in 2014 en daarna te koppelen aan het werkelijke rendement over de afgelopen vijf jaar. Maar er gaan ook andere stemmen op over hoe de belasting op vermogens te hervormen. Zo komt vanuit de linkse hoek, in aanvoering van de Franse econoom Thomas Piketty, het idee om een progressieve vermogensbelasting in te voeren. Hierbij betalen de mensen met de laagste vermogens een laag percentage belasting (bijvoorbeeld 0,5 procent). Vervolgens lopen de tarieven op tot misschien wel 10 procent bij de vermogens die in de miljoenen lopen.
“De vermogensrendementsheffing vervangen door een progressieve vermogensbelasting is misschien nog wel een beter idee dan het fictieve rendement verlagen”, zegt Bulthuis. “Zo worden de lasten eerlijker verdeeld. De mensen met de hogere vermogens betalen dan meer. En de mensen met de lagere vermogens, die hun spaargeld hard nodig hebben als buffer voor financiële tegenvallers”, kunnen dan worden ontzien.
Compenseer de heffing
Welke richting de overheid ook kiest, een hervorming van de belasting laat nog wel even op zicht wachten. Gelukkig kun je als spaarder wel zelf nog wat doen. “In plaats van te wachten op belastinghervormingen van de overheid kun je de vermogensrendementsheffing compenseren door te kiezen voor een hogere spaarrente”, adviseert Bulthuis. De hoogste spaarrente op een vrij opneembare spaarrekening krijg je bij Knab met 1,75 procent. Door deze hogere rente, houd je tot wel 40 procentpunt meer van je rendement over na aftrek van de vermogensrendementsheffing.