Veel sparen kost geld

Wie veel spaart, levert tot wel 2,7 procent in op zijn spaargeld, blijkt uit een inventarisatie van vergelijkingssite Spaarrente.nl. Vandaag werd bekend dat de inflatie in januari is gestegen naar 3 procent. Dit terwijl de spaarrentes maar blijven dalen. Wie spaart bij een van de grootbanken, Rabobank, ING of ABN AMRO, krijgt nog maar 1,5 tot 1,6 procent rente op een vrij opneembare spaarrekening. “Vergelijk je deze spaarrente met de inflatie, dan lever je 1,5 procent in op je spaargeld. Tel daar nog de 1,2 procent vermogensrendementsheffing bij op en je komt uit op een verlies van 2,7 procent”, legt Amanda Bulthuis van Spaarrente.nl uit.

Inflatie

De vermogensrendementsheffing hoeft pas betaald te worden bij een vermogen vanaf 21.139 euro. Daardoor kost sparen vooral veel geld voor mensen met veel spaargeld. Maar ook spaarders die geen rendementsheffing hoeven te betalen, leveren flink in op hun spaargeld. De inflatie bedroeg in januari 3 procent, het hoogste inflatiecijfer sinds 2008. Inflatie betekent dat geld minder waard wordt. De waarde van elk spaarsaldo daalde in januari dus met 3 procent. Zelfs de hoogste spaarrente van 2,25 procent bij SNS Bank en WestlandUtrecht Bank kan dit niet compenseren. 

Kies voor stabiele rente

Met de huidige spaarrente is het dus niet meer mogelijk om de inflatie nog goed te maken. Maar heeft sparen dan nog wel zin? Volgens Bulthuis wel: “Sparen blijft nodig om een financiële buffer aan te leggen. Bijvoorbeeld voor onverwachte uitgaven of een inkomensterugval als je je baan verliest”. Bulthuis raadt wel aan zorgvuldig te zijn bij de keuze voor een spaarrekening. “Kies niet alleen voor een hoge rente, maar let er ook op dat de rente stabiel is. Door te kiezen voor banken die consequent een goede spaarrente bieden, kun je de schade van de inflatie zoveel mogelijk beperken.”