Heffingsvrij vermogen
Het heffingsvrij vermogen is 57.000 euro per persoon in 2024. Dit betekent dat als je totale vermogen onder dit bedrag blijft, je geen belasting hierover hoeft te betalen. Lees alles over het heffingsvrij vermogen box 3 in onderstaand artikel.
Heffingsvrij vermogen box 3
De Belastingdienst beschouwt je vermogen als een bron van inkomsten. Daarom betaal je hierover vermogensrendementsheffing in box 3 van de inkomstenbelasting. Om mensen met een klein vermogen, bijvoorbeeld alleen spaargeld voor een financiële buffer te ontzien, hanteert de Belastingdienst een heffingsvrij vermogen. De hoogte van dit heffingsvrije vermogen stelt de fiscus elk jaar opnieuw vast. In 2024 is het heffingsvrije vermogen 57.000 euro.
Tip! Fiscaal partners mogen hun heffingsvrije vermogen aan elkaar overdragen, zodat zij samen een heffingsvrij vermogen box 3 van 114.000 euro hebben. Deze vrijstelling geldt voor iedereen boven de 18 jaar. Tot die leeftijd valt het vermogen namelijk onder het vermogen van de ouders.
Heffingsvrij vermogen 2024 - extra vrijstellingen
Bovenop het heffingsvrij vermogen, kun je gebruik maken van bepaalde vrijstellingen in box 3, om je belastbaar vermogen te verlagen.
- Groen sparen of groen beleggen. Kies je voor een spaar- of beleggingsproduct met een groencertificaat, dan profiteer je van een vrijgesteld saldo bovenop het heffingsvrij vermogen. Meer informatie hierover vind je in het artikel 'Duurzaam sparen'.
- Pensioen opbouwen middels banksparen of een lijfrente. Binnen de reserveringsruimte betaal je hier geen belasting over.
- Een spaarhypotheek of kapitaalverzekering eigen woning, als deze voor 1 januari 2013 is afgesloten.
- Een speciale spaarrekening om voor je uitvaart te sparen. In 2024 bedraagt deze vrijstelling 8.665 euro.
- Vrijgestelde schulden. Deze mag je aftrekken van je belastbaar vermogen. In het artikel ‘Schulden box 3’ lees je welke schulden dit zijn.
Heffingsvrije vermogen berekenen
Je berekent je heffingsvrije vermogen door eerst je totale vermogen te berekenen. Dat doe je door je spaargeld, beleggingen en de waarde van je tweede woning bij elkaar op te tellen. Je vrijstelling bereken je door je aftrekbare schulden, de algemene vrijstelling en eventuele aanvullende vrijstellingen bij elkaar op te tellen.
Zijn de vrijstellingen groter dan je totale vermogen, dan betaal je geen belasting. Houd je toch een belastbaar vermogen over, dan betaal je over dit bedrag belasting De Belastingdienst gaat hiervoor uit van een fictief rendement waarover je 36 procent belasting betaalt. Ook als je spaarrente, het rendement op beleggingen en de waardestijging van je tweede woning lager zijn, betaal je dit tarief. Hoe hoog het fictieve rendement is, hangt van welke deel van je vermogen uit spaargeld bestaat en welk deel uit beleggingen en overige bezittingen bestaat.
Over het deel spaargeld rekent de Belastingdienst een fictief rendement dat is gebaseerd op de gemiddelde spaarrente in 2024. Dit tarief wordt dus pas na afloop van het jaar bekend. In voorlopige gaat de Belastingdienst uit van 1,03 procent. Voor beleggingen en overige bezittingen gaat de fiscus uit van 6,04 procent rendement.
Heffingvrij vermogen per jaar
In de onderstaande tabel vind je tarieven van het heffingvrij vermogen van de laatste jaren.
Jaartal | Heffingsvrij vermogen |
2024 | € 57.000 |
2023 | € 57.000 |
2022 | € 50.650 |
2021 | € 50.000 |
2020 | € 30.846 |
2019 | € 30.360 |
2018 | € 30.000 |
2017 | € 25.000 |
2016 | € 24.437 |
2015 | € 21.330 |
2014 | € 21.139 |
2013 | € 21.139 |
2012 | € 21.139 |
2011 | € 20.785 |