Spaargeld belasting

Iedereen in Nederland moet belasting betalen over spaargeld. Tenminste, als je vermogen hoger in 2024 is dan de heffingsvrije grens van 57.000 euro per persoon en 114.000 euro voor fiscale partners.

Belasting over spaargeld, hoe werkt dit?

Spaargeld valt onder je vermogen in box 3, waarin ook beleggingen en een tweede huis belast worden. Het spaargeld, beleggingen en de waarde van deze woning bij elkaar opgeteld is het eigen vermogen in box 3. Het deel van het vermogen dat hoger is dan de heffingsvrije grens, heet het belastbaar vermogen.

Over dit belastbaar vermogen betaal je vermogensrendementsheffing. De Belastingdienst gaat er vanuit dat je een fictief rendement behaalt op je vermogen, waar je 36 procent belasting over moet betalen in 2024. Of je dit rendement ook daadwerkelijk behaalt, maakt niet uit.

Voor het deel aan spaargeld dat je hebt, gaat de Belastingdienst in 2024 uit van een fictief rendement dat is gebaseerd op de gemiddelde spaarrente in 2024. Dit tarief is dus pas ná pas definitef. Bij voorlopige aanslagen gaat de fiscus nu uit van 1,03 procent. Voor beleggingen gaat de Belastingdienst uit van 6,17 procent.

Belasting spaargeld en vrijstellingen

Naast de heffingsvrije grens, bestaan er nog een aantal vrijstellingen. Soms kan bijvoorbeeld een groene spaarrekening belastingvoordeel opleveren als de spaarrekening een groencertificaat van de overheid heeft gekregen. Op de groene rekeningen en deposito's mag je tot 71.251 euro per persoon belastingvrij sparen. Tot dit saldo betaal je dus geen belasting over spaargeld. Bovendien krijg je op de inleg in een groene spaarrekening een heffingskorting van 0,7 procent in box 1.