Box 3 berekenen
In box 3 betaal je belasting over het rendement op je vermogen. In dit artikel lees je hoe je voor jezelf de belasting in box 3 kunt berekenen.
Berekening belasting box 3 – Vermogen bepalen
Om de belasting in box 3 te berekenen, moet je eerste weten hoe hoog je eigen vermogen is. Daarvoor tel je de volgens vormen van vermogen bij elkaar op:
- Je spaargeld op de bank. Hieronder vallen al je spaarrekeningen en betaalrekeningen
- De waarde van je beleggingen (aandelen, obligaties en dergelijke)
- De waarde van een tweede woning
- Het geld van je kinderen tot 18 jaar, zowel op de spaarrekeningen als op de betaalrekeningen
- Contant geld, tegoedbonnen, geld op je Ov-kaart, cadeaubonnen en andere tegoeden
- Geld op een buitenlandse rekening
- Het vermogen dat je in verzekeringen en dergelijke hebt zitten
Als je al deze zaken, indien voor jou van toepassing, bij elkaar hebt opgeteld, weet je hoe hoog je eigen vermogen is.
Belastbaar vermogen in box 3 berekenen
Je betaalt echter niet over elke euro van je vermogen belasting. Je betaalt pas vermogensrendementsheffing in 2024 over het deel van je vermogen dat uitkomt boven de heffingsvrije grens van 57.000 euro per persoon. Heb je meer dan 3.700 euro aan schulden, dan mag je het meerdere hiervan soms ook nog van je vermogen aftrekken. In het artikel ‘Schulden box 3’ lees je welke schulden je met je vermogen mag verrekenen.
Verder gelden er in box 3 nog extra vrijstelling waar je gebruik van kunt maken.
- Groen sparen en groen beleggen met een groencertificaat levert een verhoogde heffingsvrije grens van 71.251 euro.
- Het vermogen in een uitvaartverzekering is voor 8.665 euro vrijgesteld van belasting.
- Het vermogen op bankspaarrekening voor je pensioen of in een lijfrentepolis valt buiten het eigen vermogen als je binnen de grenzen van de reserveringsruimte blijft.
- Het saldo op een bankspaarrekening voor een gouden handdruk is vrijgesteld van belasting.
- Voor contant geld rekent de Belastingdienst een vrijstelling van 653 euro.
Meer informatie over deze vrijstellingen lees je in het artikel ‘Vrijstelling vermogensrendementsheffing’.
Berekening box 3 - fictief rendement
De Belastingdienst gaat er vanuit dat je over je belastbaar vermogen een fictief rendement behaalt. Hierover betaal je 36 procent rendementsheffing. Hoe hoog het fictieve rendement is, hangt van de hoogte van welk deel van je vermogen uit spaargeld bestaat en welke bestaat uit beleggingen,
Over het deel spaargeld rekent de Belastingdienst een fictief rendement gebaseerd op de gemiddelde spaarrente in 2024. Dit tarief wordt dus pas in 2024 bekend. In voorlopige aanslagen voor 2024 hanteert de Belastingdienst een tarief van 1,03%. Voor beleggingen gaat de fiscus uit van een rendement van 6,04 procent.